Verenigingen
Petanqu vereniging België
Het succes van het petanque na de Tweede Wereldoorlog is ook aan België niet voorbijgegaan. Bovendien is dit succes niet beperkt gebleven tot de recreatieve sportbeoefening; Belgische petanquebeoefenaars spelen op internationaal wedstrijdniveau. Hoogtepunt was het behalen van de wereldtitel in 1981 in Gent. De georganiseerde petanquesport wordt bestuurd door de Belgische Petanque Federatie (BPF) die in 1981 153 clubs en ongeveer 8000 aangesloten leden telde. Conform met het decreet betreffende de erkenning en subsidiëring van landelijk georganiseerde sportverenigingen werd de federatie opgesplitst in twee regionale liga’s. Voor Vlaanderen is dit de Petanque Federatie Vlaanderen (PFV) en voor Wallonië is dit de Fédération Belge Francophone de Pétanque (FBFP). Bij de Vlaamse liga zijn een kleine 2000 spelers aangesloten die lid zijn van een veertigtal clubs, waarbij het zwaartepunt ligt in de provincie Oost-Vlaanderen, met name Gent. De aangesloten clubs kunnen in het kader van beide federaties deelnemen aan provinciale, liga- of nationale kampioenschappen.
Een duidelijke illustratie van het succes van het petanque in Vlaanderen zijn de participatiecijfers. Voor 1975 bedroeg dit cijfer 6,7%; in 1980 was het al gestegen tot 14,3% waarmee het petanque op een tiende plaats terechtkwam in de rangschikking van alle sporttakken volgens hun participatiegraad in Vlaanderen. Deze cijfers moeten wel enigszins worden gerelativeerd. In de eerste plaats omdat het petanque, meer dan waarschijnlijk enig andere sporttak, zich leent als vakantie-, strand- of tuinspel bij uitstek. Dit eigen karakter van het petanquespel kan ook afgeleid worden uit de opvallende discrepantie tussen gelegenheidsspelers en georganiseerde spelers. Een participatiegraad van 14,3% staat immers voor ongeveer een half miljoen mensen die tijdens het afgelopen jaar minstens eenmaal aan deze sporttak deelgenomen hadden terwijl volgens de gegevens van de VLPS er slechts een kleine tweeduizend bij haar clubs aangesloten zijn. Deze vaststelling wordt bevestigd door het onderzoek van 1980: 96,7% van diegenen die participeerden aan petanque deden dit in los verband, 3,8% in andere verenigingen en slechts 2,9% in clubverband. Een andere indicatie voor deze stelling is dat het activiteitsaandeel of het aandeel van het petanque in de totale sportbeoefening van de Vlaming beduidend lager ligt dan men op basis van de hoge participatiecijfers zou veronderstellen, nl. 1,3% in 1975 en 1,2% in 1980. Hiermee staat het petanque slechts op een negentiende plaats gerangschikt in de volgorde van de sporttakken volgens dit criterium. Kortom, petanque kent weliswaar een zeer ruime verspreiding onder de Vlaamse bevolking, maar wordt in de meeste gevallen beoefend als gelegenheidsspel tijdens vakantie, of als ontspannend gezelschapsspel eerder dan als een echte sporttak.
Petanque in Nederland
In Nederland zijn de spelers georganiseerd in de Nederlandse Jeu de Boules Bond (NJBB), die in 1972 werd opgericht. De NJBB sloot zich in 1978 aan bij de Fédération Internationale de Pétanque et Jeu Provençal (FIPJP). Anno 2013 kende de NJBB circa 17,6 duizend leden[2], verspreid over 203 verenigingen die zijn georganiseerd in 13 afdelingen.[3] Als alle recreatief spelende petanquespelers allen lid zouden zijn van de NJBB, zou deze bond tot de grotere sportbonden gerekend kunnen worden. De meerderheid van de recreatieve beoefenaars speelt af en toe tijdens de vakantie op campings en een groot aantal is lid van een recreantenvereniging.